De naam Finoven is een verzamelnaam voor alle accumulerende stenen kachels die werken volgens het tegenstroomprincipe. De naam is begin jaren tachtig bedacht door Henk Helleman uit Rijkevoort voor de massakachel naar Fins voorbeeld die hij bouwde in zijn eigen huis.

Accumulerende kachels hebben een fors en soms heel groot gewicht aan steenachtig materiaal waar de warmte in wordt opgeslagen. Gewichten van 900 kg als ondergrens en 4000 of 5000 kg als bovengrens komen voor. Er wordt niet getemperd gestookt, maar zo fel als het vuur maar wil branden. De vuurkamer bestaat zelf ook uit vuurvaste steen. Een deel van de warmte wordt gereflecteerd naar het vuur waardoor hoge temperaturen bereikt kunnen worden. Het niveau kan per ontwerp verschillen, maar kortstondig 900 graden is tamelijk normaal. De geproduceerde warmte wordt opgeslagen in de massa en langzaam weer uitgestraald. Op deze manier is het mogelijk met korte stookbeurten, een tot drie per dag, een etmaal verwarming te hebben.

Bij het tegenstroom principe worden de rookgassen van het houtvuur eerst naar boven in de kachel geleid en via een of meer verticale kanalen terug naar vloer niveau alvorens de schoorsteen in te gaan. Die kanalen hebben meestal een rechthoekige doorsnede, rond is minder geschikt omdat er dan minder wand is ten opzichte van de doorsnede.

Dit principe is uitgevonden door veldmaarschalk Fabian Wrede en graaf Carl Johan Cronstedt, twee Zweden die min of meer onafhankelijk van elkaar een ontwerp gemaakt hebben. Het was een opdracht van de Zweedse koning in 1767.[1]



Uit deze ontwerpen ontstond de Kakelugn, een kleine betegelde tegenstromer. Vaak rond gebouwd en/of in een hoek van de woonkamer. [2]

Aangezien Zweden en Finland lang dezelfde koning en regering hadden, kwam de Kakelugn ook in Finland terecht. Daar is later de ontwikkeling ontstaan naar veel grotere en zwaardere gemetselde kachels. Een van de recente voorvechters op dit gebied is Heikkii Hyytiainen. Een Finse architect die sinds eind jaren zeventig, aanvankelijk samen met meestermetselaar Erkkii Salmela en na diens overlijden alleen, heel veel ontwikkelingswerk heeft gedaan. Sinds Hyytiainen op uitnodiging van Stichting De Twaalf Ambachten in de jaren tachtig zijn eerste workshops in Boxtel heeft gegeven, is hij ook in dit land bekend.

De reden waarom de rook door een tegenstroom kanaal naar beneden gaat is vaak moeilijk te begrijpen. Meestal wordt gedacht dat de trek van de schoorsteen de "weerstand" van het tegenstroom kanaal overwint.

Toch is het veel eenvoudiger: het is een toepassing van het thermosyphon principe. Heel veel mensen weten hoe een oude centrale verwarming zonder pomp werkt. Een dikke waterleiding die aan de onderkant wordt verhit loopt naar het hoogste punt in het gebouw en een andere hoofdleiding komt terug waar water in stroomt dat kouder is.

Hetzelfde geldt voor kanalen waar gassen in stromen. Volgens slimme mensen als Daniel Bernoulli en anderen lijkt aerodynamica heel erg op hydrodynamica, alleen een ander medium.[3]

De vuurkamer en het verticale kanaal dat daarop aansluit is de stijgkant, de een of meer tegenstroomkanalen is de dalende kant. Zolang er een (liefst groot) temperatuur verschil is tussen de stijgende en de dalende kant blijven de koudere gassen door de hetere verdrongen worden. Naar boven kan niet, dat is dicht. De stijgende kant in kan ook niet, want daar wordt nog steeds hitte aangevoerd. Dus de enige weg die overblijft is het tegenstroom kanaal.

Dus: vooropgesteld dat er een temperatuur verschil is tussen beide kanalen werkt een finoven ook zonder schoorsteen. Uit het voorgaande volgt dat het tegenstroom kanaal beter niet langer kan zijn dan de vuurkamer en venturie/opstroom kanaal bij elkaar. Een koude klomp steen opstarten kent zijn eigen problemen, maar daarna gaat alles vanzelf. Vaak komt dit midden in de zomer of het begin van de herfst voor als het buiten warmer is dan in de koude en donkere schoorsteen. In de loop van het stookseizoen is de finoven bij de volgende stookbeurt nog warm genoeg, dus aanmaken is dan geen enkel probleem.

In de loop van de tijd zijn er natuurlijk veel verschillende varianten ontstaan. Al of niet in de handel, en soms als public domain ontwerp.


Een aantal daarvan in Nederland.

Tigchelkachels [4]

Vuurmeesters [5]

Bergkachel [6]

De Twaalf Ambachten [7]

Zantus Fantilhou [8]

Public domain rocket/bell [9]